Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [3]Alle rank, die in Mij geen [4]vrucht draagt, die [5]neemt Hij weg; en al wie vrucht draagt, die [6]reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage. 3. Grieks alle rank in mij geen vrucht dragende; dat is, een iegelijk die mij uiterlijk alleen belijdt, en evenwel van harte niet gelooft. 4. Namelijk des geloofs in zijn leven niet voortbrengt. 5. Dat is, Hij snijdt ze af, en werpt ze uit Zijne gemeenschap. 6. Dat is, Hij zuivert ze, namelijk door Zijn Woord en Geest, en ook door kruis en lijden.